Zeeland  Archief P I 5 3 L W D
1953  -  2003

Inleiding                                                                                               PA2IPP

De watersnoodramp van 1953, wie herinnert zich die gebeurtenis niet? Is het niet als ramp op zich, dan wel als gebeurtenis waarbij radioamateurs een belangrijke schakel vormden in de hulpverlening. Tijden en communicatie middelen zijn intussen onvergelijkbaar veranderd. Destijds in febr. 1953 deden een 3 tal amateurs uit Leeuwarden met hun apparatuur daadwerkelijk mee aan de hulpverlening in het rampgebied. Exclusief publiceert CQ-FRIESLAND-NOORD (Afdelingsblad A-14)  in de komende nummers een authentiek verslag, opgetekend door Jelle Calsbeek PAoIP, die samen met OM De Haan, PAoCP en OM Groot de reis naar zeeland ondernamen. Alle drie amateurs zijn inmiddels overleden. Het verslag is zoals het is, in de stijl van oIP, en voor zo ver als het destijds uit de nalatenschap te voorschijn is gekomen. Om het verhaal enigszins compleet te maken werd gebruik gemaakt van het boekje "Kanaal 3700", een ex VERON uitgave.  

HET BEGIN                                                            (KANAAL 3700) 

Zondag, 1 februari, begint voor vele radioamateurs met een koud en lastig karweitje. De storm heeft in de nacht hun antennes beschadigd of geheel vernield en zij willen hun installatie in orde hebben om straks de "aether-bijeenkomst" van de gebruikelijke "zondagmorgen-gang" te kunnen houden. 

In verschillende plaatsen van het land toch, wordt de zondagmorgen meestal besteed om in gezellige babbeltjes korte tijd samen te zijn. Deze uitzendingen, waaraan vaak grote groepen amateurs deelnemen, worden zonder enig bepaald doel gehouden.  Een moderne vorm van het buurtpraatje van vroeger. PAoAA, de VERON-verenigingszender te Santpoort, begint met de gebruikelijke uitzending van morsetekst voor de seincursus. Een ieder schijnt vooralsnog onbekend met wat zich sinds enige uren in de zuidwesthoek van Nederland afspeelt. Dan komen de eerste berichten: Van de radionieuwsdienst over Hilversum I en II: Ze spreken wel van overstroming en dijkdoorbraken, verontrustend zijn ze niet direct. Er is nog zo weinig bekend, want met gebieden, waar de nood hoog is gestegen, zijn alle verbindingen verbroken. Telefoon- en telegraafkabels zijn op vele plaatsen vernield. Op de frequenties, welke aan amateurs zijn toegewezen, worden echter al in de morgen uren berichten gehoord, die een ernstiger taal spreken! Het begin van wat binnen enkele uren tot een dicht noodnet zal groeien. 

En dan begint het verslag van PAoIP over de deelname van PAoCP, PAoIP en luisteramateur Groot aan dit net. 

Toen ik aan boord van Lloyds-Marie een klein schrijfblokje voor de dag haalde, om enkele punten aan te tekenen, de menselijke herinnering is immers vrij gebrekkig en ik wilde voor later toch wel iets bewaren, werd dit schrijven door mijn compagnons ten zeerste toegejuicht en mij medegedeeld dat ze mij meteen maar als een soort privé verslaggever wilden beschouwen, waarvan ook zij de vruchten hoopten te plukken. Meteen werd mij dus deze taak toebedeeld, die ik zo goed en zo kwaad mogelijk geprobeerd heb te vervullen. Nu is het niet altijd mogelijk om direct op het eerste gezicht te bepalen wat belangrijk is en wat eigenlijk net zo goed achterwege kan blijven. Evenwel heb ik toch alle genoteerde gebeurtenissen overgenomen, soms met enige toelichting, soms zonder enig commentaar. Af en toe was het wel eens wat lastig want soms was je bezig met iets op te schrijven terwijl bovendien de band moest worden geobserveerd b.v. ‘s nachts of overdag wanneer CP eens even niet present was. Anderzijds was het soms een middel om wakker te blijven, wanneer door slechte nachtcondities de activiteit niet groot was en de vermoeidheid soms de overhand dreigde te krijgen. Bovendien heb ik en waarschijnlijk ook Groot en CP diverse dingen toen wel eens anders bekeken dan achteraf, temeer daar we onder een vrijwel voortdurende spanning leefden en te weinig slaap kregen. Al met al hoop ik dat dit verhaal enigszins een getrouw beeld zal geven van onze belevenissen met de onvolprezen Vossenjachtzender in het noodgebied. 

Zondag 1 Februari zal het vele amateurs aan het hart gegaan zijn, dat ze geen daadwerkelijke steun konden verlenen, alhoewel van uur tot uur het gemis aan voldoende communicatie zich sterker deed voelen.

Zo ging het ook mij, ik was bezig met een nieuwe TX(zender), maar zat natuurlijk de hele dag aan de RX (ontvanger) te zwengelen. Die TX heb ik toen maar de TX gelaten en heb tot in de late avond zitten luisteren, onderwijl een zekere jaloersheid koesterend tegen mijn mede amateurs die actief konden meewerken om de gevolgen van die ontzettende ramp iets te verlichten. Dit niets te kunnen doen werkte op je zenuwen, Trouwens af en toe was er een enkeling die met waarschijnlijk zeer goede bedoelingen het geïmproviseerde noodverkeer nog meer belasten door via de band te melden dat hij ook mee luisterde en ook tot medewerking bereid was. Het is trouwens ook een hele overgang van vrij onbelangrijke kletspraat tot de droevige noodzakelijkheid van buitengewoon belangrijk noodcommunicatie middel. Gelukkig konden de mede amateurs voldoende zelfbeheersing opbrengen om tenzij er belangrijke dingen waren te vertellen, hun mond te houden. 

Maar dat van verscheidene de handen jeukten om mee aan te pakken, daarvan ben ik heilig overtuigd. Maandag ± 12 uur was toevallig de ontvanger weer in bedrijf en toevallig het raam uitziende ontdek ik dat Groot in aantocht was. Meteen kreeg ik een gevoel dat het wel eens in verband met de ramp kon zijn, dat hij mij zo onverwachts kwam opzoeken.Dit voorgevoel werd bewaarheid, want Groot bleek ook al geen rust te kunnen vinden. We waren het al heel gauw eens, de mogelijkheden werden in het kort even nagegaan en het leek ons het beste aan CP te vragen of we zijn transportabele geval konden gebruiken. Een derde man moest er ook nog komen en daar wij er niet zo een twee drie uit konden komen zou ook de raad van PAoCP worden ingewonnen. Heimelijk had ik de hoop dat hij mee zou gaan, hij kende immers de door hem gebouwde apparatuur het best en die hoop bleek later in vervulling te gegaan. Bovendien zou Groot zich in verbinding stellen met het Rode-Kruis want in het wilde weg er op uit trekken had geen zin. In de loop van die middag of avond zouden we dan misschien wel eens horen of en waar we van dienst konden zijn, want dachten we, in het zuiden en midden van het land zitten zoveel amateurs, dat het heel goed kon zijn, met een bedankje voor de goede bedoelingen de mededeling te ontvangen dat al voldoende apparatuur en operators beschikbaar waren. Dit bleek evenwel niet het geval te zijn want om ± half drie kreeg ik bericht, dat ik met de omvormer over een uur bij Groot werd verwacht.

Mijn moeder heeft toen proviand en een paar pakjes sigaretten (waarschijnlijk ”OldMac”) voor me gehaald, ik wat dingen bij elkaar gezocht die misschien van nut konden zijn, een paar lakens en een luchtbed o.a. mijn klompen, want het kon wel eens nat zijn waar we naar toe gingen, en laarzen bezat ik niet, diverse gereedschappen, accuklemmen en het eerste deel van de reis kon beginnen. Bij Groot aan gekomen bleek CP er al te zijn en konden mijn spullen direct in de Volvo geladen worden. We hadden geen van allen een PA lijst bij ons en hebben toen QT,(PAoQT), zijn exemplaar maar gevorderd. Ondertussen had ik van Groot gehoord dat we ons in Hilversum op het op het stadhuis moesten melden, waar we dan wel verder zouden horen. Tegen vieren werd de reis aanvaard via Sneek, N.O. polder, Kampen en verder de gewone weg. Iets nadat het donker was geworden waren we in Hilversum, waar we na diverse keren de weg te hebben gevraagd, wat een doolhof bij donker, het raadhuis ontdekten. 

Dit bleek ook nog al doolhofachtig. Maar na een tocht, met levensgevaar wegens diverse pas gewreven vloeren, kwamen we toch waar we moesten zijn. In een klein zaaltje achter een paar tafeltjes waren een paar heren druk bezig duidelijk te maken aan diverse mensen, dat op het moment geen behoefte bestond aan de door hen aangeboden hulp. We wachten aanvankelijk zoals nette burgers betaamd, tot we aan de beurt zouden zijn. Maar veel schoot het niet op. Groot, waarschijnlijk de brutaalste van ons drieën ging toen ook maar eens naar het tafeltje en meteen veranderde het hele tafereel. De meneer die een vrij verveelde indruk op me maakte werd opeens actief, er werd even overleg gepleegd en we konden zo werd ons gezegd het beste naar het provinciehuis in Den Haag gaan, daar was men beter in staat te beoordelen waar we het beste naar toe konden gaan. Men zou Den Haag telefonisch van onze komst in kennis stellen en wensten ons veel succes. 

Na door een meneer met kwastjes aan zijn kousen en hevig witte knieën uitgeleide te zijn gedaan hebben we Hilversum via de aangegeven weg, plus een omweg verlaten om in de buurt van Schiphol de grote weg naar Den Haag te bereiken. De Volvo kwam toen in zijn element, en ik denk zijn baas ook en Den Haag werd in een zeer vlot tempo bereikt. Hier niet veel zoekerij daar we hier enigszins bekend waren. Aangekomen bij het provinciehuis, te herkennen aan diverse mannen en jochies van 15 tot 18 met kolenschoppen op de schouder en laarzen aan hebben we maar direct ons een weg naar de deur gebaand (goed eigenwijs en brutaal is het recept) en aan de bel getrokken. We werden binnengelaten, diverse laarzen dragers slipten mee naar binnen, en vertelden wat we kwamen doen. Het woord zender bleek een toverwoord, want de meneer die waarschijnlijk al vele aanbiedingen om hulp had moeten afwijzen, vroeg ons een moment te wachten, dan zou hij voor ons informeren.

Na een paar minuten kwam een andere meneer die erg opgewonden deed en riep dat iedereen naar buiten moest want een of andere excellentie was in aantocht. Gelukkig kwam onze meneer ook weer opdagen en die loodste ons door een deur in een mooie kamer, waar we zomaar op een mooie stoel mochten gaan zitten. Een andere meneer, want anders heb je in Den Haag niet, informeerde toen ook naar ons doel en ging meteen telefoneren over drie heren (dat waren wij) met een "zendear". Groot dacht dat dit een afkorting was, zend-A, maar ik kon hem vertellen dat dit nu Haags was. Kort en goed we zouden er het beste aan doen ons met de Rijksinspecteur v.h. Verkeer in Rotterdam te verstaan, die was het beste op de hoogte van diverse dingen en ook wat vervoer naar de noodgebieden betrof, zou hij ons het beste kunnen inlichten. Tot zover ging alles vrij vlot, we schenen toch wel nodig te zijn en ons voorgevoel van het kastje naar de muur te worden gestuurd omdat we niet meer nodig zouden zijn bleek onjuist. Men vermoedde in Den Haag dat Goeree- Overflakkee waarmee de verbindingen erg slecht waren onze bestemming zou zijn. De reis naar Rotterdam verliep vlot en ons doel was spoedig gevonden. Na onze boodschap bij de Rijksverkeersinspectie te hebben verteld moesten we even op de gang wachten. De tijd hebben we maar even gekort met het vergelijken van inventaris in de gang, met die welke op het briefje aan de wand hing stond vermeld. Er was 1 kokosmat te veel, maar we hebben dat ding maar laten liggen. Op het eind van de gang was een deur met het opschrift privé, welke half open stond. We hebben eens naar binnen gekeken en vonden dat de heer directeur het aardig voor elkaar had. 

Na deze avonturen vroeg een meneer ons maar mee te gaan en mochten we het heiligdom betreden. De meneer stelde zich toen voor, het was de baas zelf, en vertelde dat volgens hem we het beste naar Dordt konden gaan. Daar logeerde in hotel Ponse een meneer Franken, gemachtigde voor binnenlandse zaken en belast met de evacuatie van Schouwen-Duiveland met de rang van directeur generaal. Deze meneer Franken zou de volgende morgen (dinsdag) naar Zierikzee vertrekken en het waarschijnlijk zeer op prijs stellen dat wij mee gingen. We kregen nog het een en ander te horen over de toestand, voor zover die bekend was en dat was noch veel erger dan wij hadden vermoed. Zo nu wisten we definitief wat onze bestemming was en ik begon al spijt te krijgen dat ik geen laarzen had want afgaande op de berichten zou het daar wel een erg natte boel zijn. 

Op weg naar Dordt merkten we al iets van hoog water, een paar van de voortunnels naar de Maastunnel werden afgezet want die stonden onder water. De Maastunnel zelf bleek echter droog gebleven. Net buiten Rotterdam werden we door een politieman aangehouden die naar ons reisdoel informeerde, Groot antwoordde, we gaan naar Zierikzee en ons werd verteld dat dit moeilijk zou gaan. Het bleek echter wel mogelijk tot Dordt te rijden, in de stad was hier en daar wel een beetje water maar we moesten dan maar naar de weg vragen. Het viel echter nog wel mee in Dordt, langs wat omwegen, we zagen namelijk een wachtmeester der rijkspolitie die we de weg wilden vragen. We hebben hem dus achtervolgd en kregen hem in een zijstraat te pakken, waarbij ons de gewenste inlichtingen verstrekte. Er bleek een flinke laag slik op de straat te liggen, bewijs dat ook daar de boel onder had gestaan. Volgens de politieman viel het nogal mee in Dordt en waren de radio berichten wel wat overdreven geweest. 

In hotel Ponse bleek de heer Franken niet aanwezig maar hij werd elk ogenblik verwacht. Van de gelegenheid om een kopje koffie te drinken hebben we natuurlijk meteen gebruik gemaakt. Na een kwartier arriveerde onze man en de ober vertelde hem dat er een meneer was om hem te spreken en bovendien nog 3 andere heren (dat waren wij). Meneer nummer 1 kwam zijn diensten aan bieden en werd geaccepteerd, de andere 3 ook en de heer Franken stelde meneer nr 1 aan ons voor want we zouden met dezelfde boot, de Lloyds-mail, naar Zierikzee vertrekken. Meneer nr 1 heette Zuurbier (en bleek mee te gaan voor eventuele technische bijstand. De heer Franken bleek het zeer op prijs te stellen dat we mee naar Zierikzee zouden gaan en vroeg, of we met oPWX konden afspreken, om met zijn spullen naar het havenkantoor te verhuizen, dan had hij daar een directe verbinding mee.

Wij wilden toch al graag even aan PWX vertellen dat we naar Zierikzee zouden gaan en konden dus met hem die zaak wel bespreken.Zuurbier bood aan onze gids te zijn en dat bleek maar goed ook, anders hadden we de hele nacht in Dordt rondgezworven. Eerst hebben we de spullen  aan boord van de Lloyds-Mail (een vrachtbootje van 52 ton) gebracht en hoorden we van de kapitein dat we om 7 uur gingen vertrekken. Het was ongeveer halféén geworden. PWX bleek verhuisd maar we vonden hem dankzij Zuurbier vrij vlot. WQ liet ons binnen en vertelde dat PWX sliep, hij vertelde over het noodnet, dat ze een directe lijn naar het havenkantoor hadden en een belevenis met de militairen. Er was n.l. een kapitein van de verbindingsdienst geweest die had verteld dat het uit moest zijn met dat kinderachtige amateur gedoe. Laat nu die zelfde Kapt. Anderhalf uur later terug komen in zak en as. Hij wist niet waar hij een post zou vestigen, niet welke apparatuur gebruiken en welke frequentie. Dat hij door PWX en WQ niet al te vriendelijk te woord is gestaan laat zich denken. Na WQ sterkte te hebben gewenst zijn we naar huize Zuurbier getrokken, die ons inmiddels had uitgenodigd. Zijn vrouw werd uit bed getrommeld en zette koffie, we aten een stukje en gingen eens na wat er nog te doen viel. Omdat ons waarschijnlijk leek dat we in Zierikzee moeilijkheden zouden krijgen met het laden van onze accu's, immers er was een grote kans dat er geen lichtnet spanning beschikbaar zou zijn, besloten we dat er zo mogelijk een of ander aggregaat op de kop moest worden getikt. Nu bleek Zuurbier de juiste man te zijn. Na diverse instanties en mensen te hebben gebeld, bleek een firma wel iets te hebben, maar dan moest er een monteur mee. Hierin hadden we weinig zin en dit gaf enige moeilijkheden want het apparaat had een waarde van f 800.- . Zo rijk waren wij ook niet en we zaten er wat mee. Na wat gescherm met de functie van de heer Franken, bleek dat we in ruil voor een door de heer Franken getekend bewijs over het apparaat konden beschikken. Echter de heer Franken sliep en de nachtportier bij Ponse dorst hem niet wakker te maken.

CP en ik zijn toen maar naar bed gegaan, Groot zou in de kamer op het luchtbed gaan slapen en met Zuurbier eerst nog proberen de kwestie aggregaat rond te krijgen. Het was werkelijk fijn om eens even lang uit te liggen, maar slapen viel niet mee. CP lag naast me en ik dacht ik moet goed stil liggen want hij is onder zeil. Het bleek hem precies gelijk te zijn gegaan.Na ongeveer een uur kwam Groot boven om te vertellen dat het met het aggregaat voor de bakker was. Dat was fijn, maar de slaap die me zo wat te pakken had was natuurlijk weer mijlenver weg. Enfin tenslotte heb ik toch een goed uur geslapen en toen naar het hotel Ponse. De Volvo werd bij een garage in de buurt gestald. Groot had zijn tabak bij Zuurbier thuis laten liggen en daar we niet ruim in de rokerij zaten hebben we de stationrestauratie zo wat leeg geplunderd. Met voor ruim f 50.-. aan sigaren, sigaretten en shag kwamen we terug (natuurlijk eerlijk betaald) en stapten in de overvalwagen van de politie welke ons naar de haven bracht. Onderweg moest het aggregaat nog worden opgescharreld en we kwamen iets te laat bij de boot aan. De kapt. Nieuwdorp mopperde al en vertelde dat wanneer het niet zo belangrijk was dat we mee gingen hij niet had gewacht. Het oponthoud was echter nog niet ten einde want diverse benzinepompen bleken onder water te hebben gestaan en dit gaf dus nog enige moeilijkheden. De heer Franken bleek met een boot van de politie te zijn vertrokken.We bleken nog een vijfde reisgenoot te hebben gekregen en wel een heer Dijkmeester, secretaris v.h. kabinet van H.M. de koningin. 

In het Dordsche bleek dat het water al behoorlijk had huisgehouden. Diverse kleine gaten in de top van de dijk en verschillende beschadigingen vielen op, maar vertelde de kapitein, welke een heel aardige oude baas bleek te zijn, dit was nog niets. Toen we in het Hollandsdiep kwamen was het goed licht en een fantastisch gezicht te zien hoe een grote verscheidenheid van alle mogelijke typen van vaartuigen op weg naar het noodgebied waren. Het was werkelijk fantastisch en om nooit weer te vergeten. Jammer dat geen van ons een fototoestel bij zich had. In ons gezelschap bevond zich nog een boot van de Lloyd, de Spartan, vermoedelijk een directie boot, deze kon harder varen en daarom werden beide boten naast elkaar vast gebonden om zo vlugger te kunnen opschieten. Het personeel op de beide boten was heel geschikt. Om 10 uur hebben we rechts van ons de Vrije v.Veutplaat?, waar hier en daar kleine groepen mensen in het water staan. Zij worden door een motorboot met rubber vlotten afgehaald. Na wat gepruts, de motor van het aggregaat, aan de gang gekregen. Is nog niet helemaal o.k. maar zullen dat eventueel in Zierikzee wel voor elkaar krijgen.

Ongeveer 10.20 vier km vooruit Bruinisse. CP is onderwijl bezig met de radio van de kapitein, het ding wil niet en het defect is niet te vinden. Volgens de kapitein liggen diverse tonnen wel op hun plaats. Hij houdt hiervan aantekening. De stroom van het water is hier ontzaglijk snel, wat we kunnen zien aan de tonnen. We passeren een Spido-boot met evacués. We zijn nu bij Bruinisse, lijkt vanaf de boot niet erg gehavend, maar dit is door de lage dijken slecht te beoordelen. Om 11.25 varen in Zijpe, links Jacobapolder met grote gaten in de dijk, verderop zien we St. Anna-Land. Rechts loopt een troepje paarden op de dijk waarin een gat van ongeveer 60 meter breed. 12.15 In de verte nog erg wazig, recht vooruit, zien we de toren van Zierikzee. De dijk is hier vreselijk gehavend, ik tel 8 grote gaten, tussen sommige gaten zit slechts een fragment van dijk, we kunnen nu enigszins zien wat er aan de hand is. Door de gaten zie je een onafzienbare watervlakte waar hier en daar een dak bovenuit steekt. In het water drijft van alles zoals, uien, stro, kippenhokken, wagens, balken, huisraad enz.     Kaartje zeeland

12.34: Aangekomen voor de haven van Zierikzee. De Spartan heeft een tros in zijn schroef, onze kapitein kan ook vloeken, zeldzaam. We moeten wachten, mogen niet naar binnen. Het lukt niet om de tros uit de schroef van de Spartan te halen. De heer Dijkmeester was eerst wat gereserveerd bij de koffie en later bij de snert aardig ontdooid en nu met zulke zwarte handen als we allemaal hebben ook  druk bezig met trekken aan de tros. Gemeenschappelijk ongemak verenigt de mensen. Die tros wordt ons geluk. We mogen aan wal bij de havendijk om de tros te verwijderen en dan naar binnen. Een matroos met rubberpak gaat tot zijn hals in 't water om de tros door te snijden. Even trekken en de schroef van Spartan is weer vrij. Het is 1 uur en we varen in het havenkanaal. In de westelijke havendijk zitten 2 gaten, waar water uit de polder terug stroomt. We maken daar een flinke gier. Ook in de oostelijke havendam zit een gat. De dijken lijken me steiler en minder solide dan in Friesland. CP deelt die mening. Bij de haven gekomen blijkt die al behoorlijk vol te liggen. Toevallig kijk ik naar links en ontwaar daar HKH. Prinses Wilhelmina. Deze krasse oude dame was dus ook al in het noodgebied, een hele onderneming op haar leeftijd. Later hoorde ik dat ze de aangeboden auto in Zierikzee weigerde, ze wou maar lopen. Tenslotte was ze met een bestelwagentje van de firma Doekman diverse plekken in ogenschouw gaan nemen. Alle respect. Het koste nogal wat moeite een ligplaats te vinden en Groot ging vast de wal op om onze aankomst in Zierikzee te melden. Het duurde in onze ogen een eeuwigheid voor hij terug kwam en CP zei al dat het niet lang meer moest duren of hij bond de antenne aan de TX en ging aan de gang. Hij was tenslotte niet voor niets zo'n grote reis gaan maken. Maar Groot kwam wel terug, doch met weinig positiefs. De heer Franken was onvindbaar en men had op het gemeentehuis gezegd dat we maar een plaatsje moesten zoeken. Nu hadden we wel niet verwacht met fanfares te worden binnengehaald, maar toch hadden we gerekend iets meer positieve aanwijzingen te krijgen.               

In dit  deel van het originele verslag van de drie Friese amateurs naar het rampgebied van Zeeland in 1953. In het vorige deel zijn ze aangekomen in Zierikzee en zijn ze op zoek naar een locatie voor hun station.

Enfin we hebben de zaak maar op de wal gehesen en afscheid genomen van de kapitein en de bemanning en toen kwam Zuurbier in actie met het gevolg dat alles op een bestelwagentje terecht kwam en wij in snelle vaart ons verdere avontuur tegemoet gingen. We moesten ergens niet te ver van het gemeentehuis een plekje zien te vinden. In de Poststraat stopten we en Zuurbier belde aan bij een typische patricierswoning, tussen haakjes voor iemand met gevoel voor oud stedenschoon is in Zierikzee nog wel wat te genieten. Natuurlijk vond mevr. Doeleman direct goed dat we bij haar introkken, maar misschien was er nog wel iets beters, ze zou even haar man op halen. Deze gaf ons de beschikking over de typekamer van de zaak, daar zaten we rustig en we moesten zelf maar uitzoeken, hoe we ons installeerden.

De heer Doeleman is directeur van de N.V. Zeelandia, fabriek van bakkerij grondstoffen, waar ruim 100 man personeel werkte. Het personeel van Zeelandia hielp ons de spullen boven brengen en het bleek dat een pracht van een antennemast voor ons klaar stond, n.l. de fabrieksschoorsteen. ± 30 m hoog. 

CP en Groot gingen de boel een beetje organiseren en Zuurbier en ik namen de antenne voor onze rekening. Het koste weinig hoofdbrekens hoe de antenne naar buiten te brengen, maar ik dorst de schoorsteen niet te bestijgen en Zuurbier voelde zich verplicht om dat dan maar te doen. Alleen hij beloofde niet dat hij helemaal naar boven zou klimmen. Ik heb toen de antenne door een dakraam laten zakken en Zuurbier ging met een eind touw naar beneden waar hij natuurlijk net de man tegen het lijf liep die hij moest hebben. Deze bleek namelijk af en toe de bliksemafleider te controleren en zo zat onze antenne dan ook in een ogenblik boven aan de schoorsteen. Die Zuurbier scheen toch wel een bijzonder instinct te hebben, hij zag kans op het goede moment de juiste persoon te treffen en vond dat blijkbaar de gewoonste zaak van de wereld. Toen we weer beneden kwamen was CP bezig aan JG te melden dat we in Zierikzee waren aangekomen en QRV waren op de noodfrequenties, dit was om ongeveer half vijf naar ik meen. Groot en ik zijn toen kennis gaan maken met oZRK, een ongelicenseerd station dat gebouwd was door een radiomonteur Hossfelt en een technisch student Koopman. De apparatuur zat natuurlijk heel primitief in elkaar. Osc. EL3, PA 807, de tankspoel der 807 zat om een fles en later vertelde Koopman me nog dat het schermrooster net zo hoge spanning kreeg als de plaat, namelijk 500 V. Nergens meters, maar ze hadden een vrij betrouwbare verbinding met OQ in Goes en eerst was er niets. De antenne was een eindje draad van willekeurige lengte. Volgens mij verdienen deze OM's alle hulde. We hebben toen meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt en om een gelijkrichter voor het laden van onze accu's gevraagd en de heer Weltevreden (radio zaak) was ons direct ter wille. Later heeft hij ons nog een omroepdoos geleend. We hadden trouwens alle medewerking. Groot zijn broek zag er niet uit zo als een broek er uit hoort te zien en alhoewel de verkoop niet vrij was kon hij toch een nieuwe kopen. Zierikzee was aan de havenkant nogal wat gehavend. Er waren een paar huizen waar de voorgevel mankeerde en de straatjes die op de havenkade uitkwamen zagen er lelijk uit. Het water was namelijk over de vloedplanken gelopen en had de straat er achter uitgehold zodat de vloedplanken omklapten en het water zich met groot geweld een weg baande. Het gevolg was, diverse gaten in de straat en vele huizen waarvan de fundamenten waren onderspoeld. zodat de zaak op instorten stond. Dit was dan ook verboden terrein. Op deze plaats waren ook de slachtoffers gevallen voor zover bekend 18 en verder in de gemeente ± 25. Bij onze aankomst was er in de lucht grote activiteit van vliegtuigen die droppings uitvoerden en helikopters die bezig waren met het reddingswerk. Vooral die laatsten zijn pracht dingen in deze omstandigheden.

Bij onze terugkomst bij CP deelde Zuurbier mede dat hij wat zou zien op te scharrelen voor de inwendige mens en ja na een poosje kwam hij terug met de mededeling dat hij een adres gevonden had waar we konden gaan eten. Ik ben eerst mee gegaan en we belanden bij een slager, de kost was er goed en de mensen hartelijk maar het was er wat laten we zeggen "snusterig" . Nu waren wij dat ook min of meer, zodat we er ons maar niet druk over hebben gemaakt. Ondertussen was het werk voor ons begonnen. Soms hadden we het razend druk en ook kwam het voor dat we het maar een saaie boel vonden. Toen CP en Groot slager-waards waren kreeg ik bezoek van een verslaggever met fotograaf van de Maasbode. Ze wilden graag een foto maken en ik had hiertegen geen bezwaar, wel tegen het feit dat de krantenman een perstelegram via ons wilde verzenden. Ik probeerde hem duidelijk te maken waarvoor we eigenlijk naar Zierikzee waren gekomen, maar volgens hem was zijn bericht net zo belangrijk. Ben helaas zijn telegram "kwijt" geraakt, maar door ons is dat niet verzonden.

OM 23 uur zijn Zuurbier en ik gaan slapen. Kwart over twee kwam CP me wekken, hij was ook aan een beetje rust toe, geen wonder, in Dordt was het ook niet te lang geweest. Groot was nog aardig helder en ging om 5 uur onder de wol. Weinig activiteiten momenteel, de uren kropen om. Wacht nog op bericht van het gemeentehuis wanneer evacuatie Zierikzee zal plaats vinden. Dit is natuurlijk een moeilijke kwestie. Maar in Den Haag wil men het graag weten i.v.m. huisvesting. Heb Zuurbier met schriftelijk verzoek om inlichtingen gestuurd, deze komt onverrichter zake terug. Afwachten dus maar. Ondertussen heeft CP het luchtbed weer verlaten, hij werd te koud. Het was trouwens bij de zender ook koud. Ik had een leren broek, overjas en wanten aan, maar zat desondanks nog af en toe te bibberen. Ik maak van de gelegenheid gebruik even een briefkaart te posten. ( De Post functioneerde blijkbaar nog /Zelfs die briefkaart zat nog tussen oude QSL kaarten ! /IPP) Bij de grote kerk staan honderden koeien die gemolken moeten worden. Bovendien hadden de beesten honger. Zielige vertoning. Men zegt dat morgen veevoer komt.Bij terugkeer op CP/A is een monteur bezig een telefoontoestel voor ons te monteren, we krijgen een eigen lijn naar het telefoonkantoor. Om 11 uur in de morgen ben ik weer onder de wol gekropen. Groot komt me om 14.15 uur wekken. Ik moet overnemen van oCP omdat die onze bezoeker, elt. v Oosten van de v.b.d. te woord moet staan.Ben me bewust geen erg voordelige indruk te wekken. een baard vanaf zondag, ongewassen, zwarte vuile handen en ogen nog dik van de slaap. De l.t.d zal wel hebben gedacht, moeten zulke lui nu een noodnet verzorgen? Zijn houding was ook enigszins overeenkomstig. Hij blijkt te komen praten over coördinatie. Dit woord hebben we nadien ontelbare malen horen ge- en misbruiken. Militairen blijken ongeveer op dezelfde tijd als wij te zijn aangekomen. Dit viel me tegen. De portier en echtgenote hebben ons onder hun hoede genomen en we krijgen nu op tijd ons natje en droogje. Na vertrek van de l.t.d. die gezelschap had dat me bekend voor kwam, later bleek dat Brinkman te zijn, hij vond mij ook wel bekend zei hij later, maar ik zag er zo raar uit dat hij me niet thuis kon brengen, vroeg Zuurbier me mee te gaan om een elektrisch kacheltje op te snorren. Dat ging als volgt en Zuurbier deed het woord. Mijn naam is Zuurbier en we zitten met een zender bij Zeelandia. We zijn vannacht bijna dood gevroren, heeft u ook een elektrisch kacheltje voor ons?. Ik heb toen maar verteld dat we niet een kwamen kopen maar graag een oude wilden lenen. Die was er niet, maar we konden als we maar even een briefje wilden schrijven er wel een mee krijgen. Je moet nooit bang zijn of bescheiden, dan bereik je het meest, tenminste in onze omstandigheden. Om 22.10 weer onder de wol tot 2.30 uur. CP klaagt over te weinig drukte. Na overname van CP diverse berichten verwerkt..... 

Tot zover loopt het verslag van Jelle PAoIP. Tijdens hun activiteiten in Zierikzee worden door PAoCP, PAoIP en Groot meer dan vijftig telegrammen ontvangen en zesenvijftig worden verzonden. (zie "log1953" en het archief.)

Nog kort een aantal losse aantekeningen die bewaard zijn gebleven:

060253-00.45 uur, aan alle stations betrokken bij noodverkeer via PWX, Heb diepe bewondering, tot heden 36 stations goed neembaar waarvan 7 mobiele in noodgebied, Heb stemmen PWX en TRI onderscheiden, Succes '73, Hans.

060253, Zoo spoedig mogelijk droppings plaatsen vrij maken !

080253, Hoorden plotseling Italiaan doorkomen, aanbieding van 2 wagons kleding, dekens, medicamenten enz, ook evt. rode kruis ploeg en arbeidskrachten beschikbaar.

Noorse rode kruis bood 25 walkie talkie plus instructeurs aan. 

Dan nog belevenis met Groot. Avondklok vandaag ingesteld om 22.00 uur. Groot ging om 22.30 uur even naar het weer kijken. Meteen opgepakt door 2 MP's. Hier naar toe gebracht. Grote hilariteit! Voor kop koffie en sigaret "losgelaten".

090253-11.30 uur oJMB kreeg van zijn garnizoens cdt. order onmiddellijk terug te keren. Bericht via amateur-net. Volgens Cdt stelde amateur net toch niets voor. Onbegrijpelijk! (schrijver, oIP was nou niet bepaald onder indruk van het technisch "improvisatie talent" van de strijdkrachten.)

Tegen het einde van hun verblijf in Zierikzee, vliegt Zuurbier met het benzineaggregaat in een helikopter naar PAoMOT in Heemstede die wat problemen heeft met de stroomvoorziening. Tot de sluitingsdatum werkt de 10 watt zender PA0CP/A zonder enige problemen en is hun taak volbracht. 

Op dinsdag 10 Februari, 's nachts 01 uur vraagt men zich af of dan niet de tijd is gekomen om het amateurnoodnet op te heffen. Inmiddels zijn veel telefoon- en telegraaf verbindingen met het rampgebied hersteld. De chef van de Bijzondere Radio Dienst besluit inderdaad tot opheffing en de dienstdoende operator van het hoofdstation went zich tot de stations in het rampgebied met een: Hier is PAoYG-2, de hoofdpost in Den Haag voor de radio verbindingen met de noodgebieden. PAoYG-2 gaat nu definitief sluiten. Onze taak is volbracht.

Nogmaals oprechte dank aan alle medewerkers. Goede nacht! YG-2 uit...

Tot zover dit artikel over de watersnoodramp in 1953.

Volgens diverse "geraadpleegden" moest het niet worden ingekort.

In het "notulencahier"van de afdeling Leeuwarden der VERON, lezen we nog dat tijdens de bijeenkomst van 13 maart 1953 (in Hotel-spoorzicht) de betrokken OM,s over hun belevenissen met de vossenjachtzender in het rampgebied verslag deden. Aan de hand van door hem gemaakte aantekeningen vertelde PAoIP uitvoerig welke uitstekende diensten de radioamateurs in de overstroomde gebieden hebben bewezen

 Literatuur:

(Zwart is origineel verslag: Jelle  Calsbeek, PAoIP ©),

Blauw is bewerking door Tom Pitstra, PA2IPP, 

m.b.v: Kanaal 3700,  Electron 1953,  Leeuwarder Courant 1953,  

A14 Notulen ledenbijeenkomsten  VERON A-14 1953

 PAoCP en PAoIP calls door auteur afgekort tot oCP en oIP

(Het ging om Nederlandse amateurs dus altijd  “PA” er voor)

 

Home

F.D. 1953

L.C. 1955 

Verslag PAoIP

Telegrammen 1

Telegrammen 2

Telegrammen 3

Zeeuwse Pers

QSL,s

Electron

Kanaal 3700

Notulen A14

Overig